Artikel door: Charlotte Edwards)
Suzanne Bouma begon haar lezing met dit gedicht 'Mistletoe'
Our first Christmas together
I had been so excited to have
him
around
I started tiptoeing
down the stairs
And he had a surprise waiting...he threw me
a party
He knows how to spoil
a simple girl!
He called me
in front of everyone
Then he cut me off
a sprig of mistletoe
We shared a kiss underneath
Our friends cheered as
outside, the snow gently settled...
(Lees dit gedicht maar eens achterstevoren)
De boodschap van het gedicht zit verstopt in het omdraaien van de tekst. Dit is symbolisch voor het verborgen zijn van geweld tegen vrouwen. Dat is de kern van de lezing van Suzanne Bouma.
Geweld tegen vrouwen is een omvangrijk & onzichtbaar probleem. En dit onzichtbare probleem wordt helaas pas zichtbaar als het te laat is. Het is geen privé-probleem zoals vaak wordt gedacht, maar een maatschappelijk probleem.
Huiselijk geweld kent een patroon en dat patroon is gerelateerd aan gender.
Suzanne Bouma onderscheidt de verschillende vormen van geweld; vertelt ons over de impact van partnergeweld, zowel op individuen als op de samenleving; toont ons de cijfers van partnergeweld;
Ze legt uit dat 'victim blaming' het probleem nog complexer maakt. Ze vertelt ons over feminicide, moord op vrouwen omdat ze vrouw zijn, maakt de relatie tussen economische zelfstandigheid van vrouwen en partnergeweld duidelijk. En doet uit de doeken dat emotionele afhankelijkheid een belangrijke factor is. Genderongelijkheid ligt aan de basis van geweld tegen vrouwen.
Suzanne besluit vervolgens haar lezing met de mededeling dat er hoopvolle ontwikkelingen zijn. De conventie van Istanbul uit 2011 bv. Er is meer en meer gendersensitief beleid,; het inzicht dat huiselijk geweld een maatschappelijk probleem is wint terrein. Feminicide wordt meer erkend. Er wordt meer en beter samengewerkt door verschillende overheidsinstanties en ministeries. En het belang van een multidisciplinaire aanpak van geweld tegen vrouwen wordt inmiddels erkend.
Een bijzondere lezing met uiteindelijk gelukkig een klein oranje lichtpuntje aan de horizon..de hoop op een toekomst zonder geweld tegen vrouwen...kijk hier voor een video van deze lezing van Suzanne Bouma.
In Nederland krijgt 45% van de vrouwen & meisjes te maken met geweld, zo laat Europees onderzoek zien. De eigen woonomgeving blijkt de gevaarlijkste plek.
1 op de 5 vrouwen is ooit fysiek mishandeld door een partner of ex-partner, 1 op de 10 vrouwen is slachtoffer van seksueel geweld door een (ex-)partner en 1 op de 4 vrouwen heeft te maken met stalking, veelal door de (ex-)partner. De impact van huiselijk geweld is enorm voor het slachtoffer, de omgeving en de maatschappij. Slachtoffers kunnen langdurig psychische, fysieke en financiële gevolgen ervaren, zelfs als het geweld al is beëindigd.
Volgens de beleidsdefinitie is iemand economisch zelfstandig wanneer de inkomsten uit werk minstens 70% van het nettominimumloon bedragen. De meest recente Emancipatiemonitor laat zien dat slechts 60% van de Nederlandse vrouwen, als individu, economisch zelfstandig is. Er zijn grote verschillen tussen doelgroepen. Zo is 33% van de laagopgeleide vrouwen economisch zelfstandig, tegenover 81% van de hoogopgeleide vrouwen. Meer dan de helft van de vrouwen met een Nederlandse (64%), Surinaamse (59%), en Caribisch Nederlandse (55%) achtergrond is economisch zelfstandig, tegenover slechts 1 op de 3 vrouwen van Marokkaanse of Turkse herkomst. Deze cijfers tonen aan dat vrouwen in het algemeen en laagopgeleide vrouwen en vrouwen met een migratieachtergrond in het bijzonder, bovengemiddeld afhankelijk zijn van de overheid en/of hun partner.
Klik hier voor een eerder gegeven workshop over dit thema door Suzanne Bouma.
Het verband tussen economische zelfstandigheid en huiselijk geweld is niet eenduidig. Huiselijk geweld komt onder alle lagen van de bevolking voor en ook vrouwen die een betaalde baan hebben kunnen slachtoffer worden van (ex)partnergeweld. Daarnaast gaat huiselijk geweld vaak gepaard met economische dwang, waarbij het slachtoffer bewust financieel afhankelijk wordt gehouden. Hierdoor kan iemand op papier economisch zelfstandigheid zijn maar feitelijk geen toegang hebben tot deze financiële middelen.(3, 4) Het is met andere woorden nodig een antwoord te krijgen op de vraag in welke mate en op welke wijze economische zelfstandigheid een beschermde factor is van huiselijk geweld.
Het onderzoek start met een literatuurstudie waarin we in kaart brengen wat er binnen verschillende wetenschappelijke disciplines al bekend is over het verband. Vervolgens nemen we interviews af met slachtoffers van ex-partnergeweld over hun visie op de waarde van betaald werk, economische zelfstandigheid en het verband met huiselijk geweld. De eerste uitkomsten van het onderzoek zullen na de zomer verschijnen.
Suzanne Bouma is hoofdonderzoeker bij Atria, Kennisinstituut voor Emancipatie en Vrouwengeschiedenis. Zij doet onderzoek naar huiselijk geweld en de verbanden met economische zelfstandigheid.
Suzanne is senior onderzoeker en betrokken bij veel onderzoeksprogramma’s die binnen Atria worden uitgevoerd. Suzanne voert daarnaast onderzoek uit op de thema’s huiselijk geweld, economische zelfstandigheid en diversiteit. Momenteel werkt Suzanne aan een grootschalig ZonMw-project waarin ze de effectiviteit van de interventie De Nieuwe Toekomst evalueert; een interventie die slachtoffers van huiselijk geweld begeleid naar (arbeids)participatie. Dit onderzoek staat tevens aan de basis van haar promotietraject aan de Universiteit van Amsterdam waarbij Suzanne de wijze waarop gemeenten, uitvoeringsorganisaties & de doelgroep zelf de waarde van werk voor vrouwen die (ex)partnergeweld hebben meegemaakt definiëren en wat dit betekent voor de ondersteuning die vrouwen ontvangen in de transitie naar betaald werk. Tevens voert ze in opdracht van het ministerie van OCW een onderzoek uit naar het verband tussen economische zelfstandigheid en huiselijk geweld.
Suzanne studeerde Religie en Levensbeschouwing aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar master Islam in de Moderne Wereld behaalde ze aan de Universiteit Utrecht, waarna ze vervolgens een aantal jaren als beleidsonderzoeker bij Panteia (voorheen Research voor Beleid) heeft gewerkt. Bij Panteia heeft ze in opdracht van gemeenten, overheid en sectororganisaties diverse onderzoeksrapporten geschreven en specialiseerde ze zich op de thema’s integratie, emancipatie en (arbeids)participatie. Suzanne heeft ervaring met een verscheidenheid aan evaluatiemethoden en is sterk in het opzetten, uitvoeren en coördineren van mixed-methods onderzoek.